Onderzoekslijn 2

Gemeenschappelijke taal en de dialoog over docentprofessionalisering

Voor de opleidingsteams is het van belang om sensitief te zijn voor de veranderingen om hen heen. Dit betreft veranderingen op de (regionale) arbeidsmarkt, binnen de studentenpopulatie, binnen de organisatie, maar ook op onderwijskundig vlak. Teams moeten zich continu verhouden tot deze veranderingen, bewust keuzes maken en daarop acteren. Om dit goed te kunnen blijven doen, vraagt het niet alleen van docenten en teams om continu met elkaar te reflecteren op onderwijs, maar ook op de ontwikkeling van docenten zelf en het team dat nodig is voor up-to-date kwalitatief goed beroepsonderwijs. Hiervoor is gemeenschappelijke taal en dialoog nodig. De vraag is hoe kunnen teams dit vormgeven en ontwikkelen?

Gemeenschappelijk taal en de dialoog over docentprofessionalisering

Docenten hebben eigen denkbeelden, ervaringen en perspectieven als het gaat om professionalisering. Deze diverse perspectieven maken de dialoog binnen teams over docentprofessionalisering complexer maar ook rijker. Het is daarom van belang voor teams om aandacht te hebben voor gemeenschappelijke taal over docentprofessionalisering en de vaardigheid om de reflectieve en onderwijskundige dialoog continu te kunnen voeren. Het creëren van gemeenschappelijke taal voor en het voeren van de dialoog over docentprofessionalisering gaan hand in hand. Om een dialoog goed te kunnen voeren heb je gemeenschappelijke taal nodig. Andersom heb je voor het creëren van gemeenschappelijke taal over docentprofessionalisering een goede dialoog nodig. Het vergroten van de kwaliteit van de gezamenlijke dialoog is een belangrijke sleutel voor de professionele ontwikkeling van teams en organisaties (Snoek, 2014). De dialoog over docentprofessionalisering draagt bij aan bewustere en onderbouwde keuzes binnen docententeams, bekend worden met elkaars opvattingen, overtuigingen en praktijken, het creëren van gemeenschappelijke visie op docentprofessionalisering, ontwikkelen van een kritische onderzoekende houding (Ros, 2016) en het betekenis geven aan professionalisering.

Karin Messelink MA

Docentonderzoeker

Het vormgeven en uitvoeren van passende professionalisering vraagt om een gemeenschappelijk begrippenkader, oftewel gemeenschappelijke taal. Bij gemeenschappelijke taal gaat het om het expliciteren van opvattingen over de begrippen die aansluiten bij dialoog over docentprofessionalisering, bijvoorbeeld professionaliteit, professionele ontwikkeling, professionele identiteit, professionaliteit, een goede professional, teamleren, vakmanschap en loopbaanontwikkeling. Zowel op het niveau van de organisatie als het team, draagt consensus over de gemeenschappelijke taal bij aan de kwaliteit van de dialoog. Tevens gaat het hier ook om het ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal over professionalisering, waarmee het gesprek over docentprofessionalisering verder gebracht kan worden. In docententeams wordt maar weinig tijd en aandacht besteed aan de dialoog over docentprofessionalisering en hoe je het beste kwaliteit van onderwijs kunt realiseren met het beschikbare capaciteiten en talenten van docenten (Hesseling, 2021). Daarnaast is er nog weinig consensus over de gemeenschappelijke taal over docentprofessionalisering binnen Landstede Groep, wat de dialoog kan belemmeren. Dit komt voort uit de waan van de dag binnen het onderwijs, waarin geen tijd wordt ervaren of wordt gemaakt voor de dialoog. Maar wellicht ook uit een handelingsverlegenheid om deze dialoog vorm te geven. Het praktijkgericht onderzoek binnen deze programmalijn richt zich op het ontwerpen van instrumenten die de dialoog binnen teams stimuleren en bevorderen. Door vanuit verschillende (theoretische) perspectieven gemeenschappelijke professionaliseringsbegrippen te definiëren en de dialoog daarover te ontlokken, ondersteunt deze programmalijn bij het ontwikkelen van een gezamenlijke (Landstede) taal over docentprofessionalisering.

De volgende onderzoeksvraag staat centraal in deze onderzoekslijn:

Wat is onze gemeenschappelijke taal betreffende docentprofessionalisering en hoe kan de dialoog hierover binnen opleidingsteams ondersteund worden?

Onderzoeksopzet

In de eerste fase worden de begrippen die nodig zijn voor de taal rondom docentprofessionalisering vanuit theoretisch perspectief geduid. In een explorerend veldonderzoek worden deze vervolgens voorgelegd aan diverse actoren binnen de school. We willen weten wat de opvattingen en overtuigingen van deze actoren zijn ten aanzien van de begrippen en op welke wijze deze begrippen bij kunnen dragen aan de dialoog binnen teams.

In co-creatie met docenten, management en experts worden praktische instrumenten vormgegeven, getest en uitgevoerd die kunnen bijdragen aan de dialoog over docentprofessionalisering binnen de teams. Dit doen we onder andere binnen de setting van de (leer)werkplaats.

Binnen het praktijkgericht onderzoek wordt vervolgens gekeken naar opbrengsten voor teams en de werkende mechanismen van de instrumenten.