Week van de motoriek

Marieke Fix levert bijdrage aan webinar “Jongeren in beweging: drijfveren en belemmeringen.”

 De Week van de Motoriek, van 6 t/m 9 november, stond in het teken van het stimuleren van een leven lang sporten en bewegen. Met als centrale vraag: hoe krijgen we dat voor elkaar? Het is een opgave waar het Kenniscentrum Sport & Bewegen in samenwerking met partners uit onderzoek, beleid en praktijk, deze week veel aandacht aan gaf. Onze Landstede collega Marieke Fix, practor Gezondheid, Sport en Bewegen was één van de tafelgasten bij het webinar “Jongeren in beweging: drijfveren en belemmeringen.” Hierin kwamen jongeren en professionals aan het woord over het belang van bewegen, zowel voor het fysieke, sociale als het mentale welbevinden.

Sport- en beweeggedrag bij jongeren: te veel zitten
Het webinar begon met een aantal cijfers, waarbij eerst de beweegrichtlijnen aan bod kwamen. Deze geven aan hoeveel beweging nodig is voor een goede gezondheid, van jong tot oud.
De beweegrichtlijn voor jongeren van 4 tot en met 17 jaar is:

  • 1 uur per dag matig intensief bewegen
  • 3 x per week spier- en botversterkende activiteiten

Voor iedereen vanaf 18 jaar is dat:

  • 2,5 uur per week matig intensief bewegen
  • 2 x per week spier- en botversterkende activiteiten

In hoeverre voldoen jongeren nu aan deze beweegrichtlijnen?

Jongeren 12 – 19 jaar               : 39,7%
Mbo-studenten < 18 jaar           : 13,0%
Mbo-studenten > 18 jaar           : 68,0%
Vmbo-leerlingen                       : 45,5%
Havoleerlingen                         : 50,3%
Vwo-leerlingen                         : 55,1%
(Bron: RIVM, Sport en bewegen in cijfers, 2022)

Uit onderzoek blijkt verder dat jongeren tussen de 12 en 17 jaar 9,7 uur per dag zitten. Om dat in het juiste perspectief te zetten: de Gezondheidsraad geeft aan dat meer dan 8 uur per dag zitten en weinig bewegen leidt tot 74% meer kans op gezondheidsklachten, met name hart- en vaatziekten, in vergelijking met 4 uur per dag zitten en meer bewegen.

Mentale gezondheid: verbetert door sport en bewegen
Een belangrijk thema bij de jeugd is mentale gezondheid. Ook hier is onderzoek naar gedaan. Daaruit blijkt dat ruim 50% van de jongeren tussen de 16 en 25 jaar kampt met licht psychische klachten. Bij volwassenen en ouderen boven de 25 jaar is dat percentage 21%. Een groot verschil.

Sport en bewegen heeft een positief effect op de mentale gezondheid. Daarvoor is het wel van belang dat jongeren in een veilige omgeving kunnen sporten en bewegen. Met een zorgvuldige begeleiding, waarbij zij sport en bewegen leuk vinden en leren dit onderdeel te maken van hun leefstijl.

De positieve effecten zijn:

  • Stressmanagement: het stresshormoon gaat door beweging omlaag
  • Emotieregulatie wordt positief beïnvloed door bewegen
  • Zelfvertrouwen wordt versterkt: eigenwaarde gaat omhoog
  • Sociale vaardigheden versterken
  • Cognitief functioneren verbetert

Jongeren zien belang van sporten, maar er zijn hindernissen
Uit het eerste rondetafelgesprek met vier jongeren van rond de 25 jaar, bleek dat zij het lastig vinden om te (blijven) sporten. Als redenen om niet (meer) te sporten worden genoemd: tijdsgebrek, geen zin of te weinig motivatie, onveilig gevoel in sportschool, abonnement op sportschool is te duur of alleen mogelijk met een jaarabonnement. Ook ervaart men weinig flexibiliteit bij sportverenigingen. Freestyle voetballer Samir Kali leeft van sporten en bewegen, hij verdient er zijn geld mee. Alleen heeft dat wel passie, tijd, veel trainingen en veel geduld gekost. Iets wat niet iedereen (ervoor over) heeft.

Effect op mentale gezondheid wordt herkend
De jongeren aan tafel (h)erkennen het belang van sport en bewegen op de mentale gezondheid. Sporten als uitlaatklep, als opfrisser, als “hoofdleegmaker”. Een van de tafelgasten zegt zich beter te voelen als ze gesport heeft. Een andere gast vertelt dat sporten haar zelfvertrouwen heeft vergroot en eigenbeeld versterkt. Ze is ook als mens gegroeid nadat ze met fitness was gestart. Dat ze daar nu tijdelijk mee gestopt is, heeft te maken met het toch wat onveilige gevoel dat ze ervaart als ze in sportschool is. Een womens only night zou wat haar betreft een uitkomst zijn.

Samir adviseert zijn tafelgenoten om sportmomenten te plannen, daar tijd voor te reserveren. Dat haalt het vrijblijvende eraf.

Lichamelijke oefening op school: niet iedere week hetzelfde
Op de vraag wat de school kan doen, startend vanaf de basisschool, worden verschillende suggesties gegeven. Om te beginnen het creëren van een veilige omgeving. Waarin een leerling of student ook kan zeggen dat hij of zij iets niet goed kan of durft. Zonder daarna gepest te worden door leeftijdsgenoten. Een van de aanwezigen vertelt dat zij opzag tegen de gymlessen op school. De leukste lessen vond zij wel die lessen waarin iedereen vrij was om te doen wat hij of zij het leukste vond. Een andere suggestie die ze deden, is om meer afwisseling in het aanbod te brengen. Niet iedere week turnen of softbal. Vraag aan leerlingen en studenten waar behoefte aan is. En kijk als docent ook vooral naar wat iemand wel kan in plaats van te focussen op wat iemand niet kan. Daarmee wordt de drempel om mee te doen verlaagd en wordt sporten leuk.

 “Bij ons geen cijfers voor lichamelijke oefening…”
In het tweede deel van het webinar namen een aantal professionals plaats aan tafel, te weten Marieke Fix, (practor Gezondheid, Sport en Bewegen bij Landstede MBO), Bastiaan Plaizier (Teamleider Sport & Bewegen bij ROC Amsterdam en Flevoland), en Mike Peters (Teamleider en docent L.O. bij Stanislas Beweeg-vmbo/mavo). Aan de hand van een aantal stellingen bespraken zij het thema. Wat daarbij sterk naar voren kwam, was dat ook zij benadrukten dat sport en bewegen vooral leuk moet zijn. Verbinden met studenten is daarvoor belangrijk, al realiseren zij zich ook dat maatwerk aanbieden niet altijd kan. Mike Peters van Stanislas vertelde dat zij geen rapportcijfers geven voor gym. Waarom zou je iemand die toch al minder goed is in sport, ook nog een laag cijfer geven? Dat is niet echt goed voor het zelfbeeld of zelfvertrouwen. Terwijl het feit dat als zo iemand probeert wel mee te komen en bijvoorbeeld over de bok te springen, net zo’n grote prestatie levert als iemand die er met gemak overheen springt. De gesprekspartners zijn het erover eens dat het vooral gaat om het feit dat de leerling of student zelf gelukkig en blij wordt van het sporten wat hij doet. Op welk niveau dan ook. Marieke merkt op dat binnen het mbo er ook aandacht moet zijn voor het feit dat bewegen niet alleen nu belangrijk is, maar ook in het verdere leven. Het is jammer dat veel mbo’s geen sport aanbieden. Iedereen aan tafel is het over eens dat de politiek en schoolbesturen hier meer aandacht voor zouden moeten hebben. Bewegen draagt bij aan een leven lang welzijn.

Bewegen is niet alleen sporten
Sport en bewegen op school is vaak aanbodgericht, dat zou meer vraaggericht moeten zijn, vinden de panelleden. Het zou beter zijn als dit aansluit op het werk waarvoor de student wordt opgeleid. Daarbij mag best benadrukt worden dat niet sport het uitgangspunt is, maar dat het gaat om bewegen in het algemeen. En dat is wandelen ook. Bewegen hoeft niet per definitie competitief te zijn. Het gaat erom dat leerlingen en studenten leren dat hun mentale fitheid wordt beïnvloed door hun fysieke fitheid. Iedereen is het erover eens dat er wat dit betreft ook gekeken mag worden naar de wijze waarop een schooldag wordt ingevuld. We weten dat lang zitten niet goed is, maar een schooldag bestaat vooral uit zitten. Goed dus om te kijken naar een meer dynamische invulling hiervan.

Kijk alle webinars terug op: Tools en Instrumenten – Kenniscentrum Sport (kenniscentrumsportenbewegen.nl)